Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Door op de "alles accepteren" knop te drukken, wordt op sommige pagina's content van derde partijen getoond waarbij, door gebruik van cookies, uw gedrag kan worden gevolgd en waarmee een individueel profiel kan worden opgebouwd door deze partijen.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-notice.
2 - Betalingsverkeer
2.1 Chartaal geld
Als je aan geld denkt, denk je waarschijnlijk aan briefjes of munten. Contant geld, cash. Zo’n beetje iedereen accepteert contant geld. En ook als de stroom en/of internet uitvalt, kun je altijd nog op chartaal geld vertrouwen.
Chartaal geld = tastbaar/contant geld. Cash. Munten en bankbiljetten.
Op 1 januari 2002 zijn de eurobankbiljetten en euromunten ingevoerd in de 12 deelnemende EU-landen. Inmiddels zijn dat er al 20.
De eurobankbiljetten worden in omloop gebracht door de nationale centrale banken. In Nederland dus door DNB. Bij het maken van bankbiljetten wordt naar verschillende dingen gekeken. Er zijn echtheidskenmerken, zodat je zelf kunt checken of een briefje echt is. En hoeveel biljetten moeten er gemaakt worden? Het Eurosysteem, dat bestaat uit de Europese Centrale Bank in Frankfurt en de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben, bepaalt hoeveel biljetten er nodig zijn. Het eurobiljet is een echt Europees product!
Geld voor iedereen: DNB vindt het belangrijk dat het betalingsverkeer inclusief is en voor iedereen toegankelijk, dus ook voor mensen met een beperking of mensen voor wie digitaal betalen lastig is.
En als jij het voor het zeggen had? Hoe zou een briefje van 20 er dan uitzien? Gebruik een tekenprogramma op de computer, of gewoon potloden en stiften. Ontwerp zelf een briefje van 20. Beschrijf in ongeveer 200 woorden waar je het meest op gelet hebt en waarom. Denk bijvoorbeeld aan veiligheid of wat er allemaal op te zien is. Wat maakt jouw biljet zo goed of bijzonder?