Educatie
Leer alles over de economie

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Door op de "alles accepteren" knop te drukken, wordt op sommige pagina's content van derde partijen getoond waarbij, door gebruik van cookies, uw gedrag kan worden gevolgd en waarmee een individueel profiel kan worden opgebouwd door deze partijen.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-notice.
De Nederlandse economie groeit de komende jaren. DNB voorspelt in 2024 een economische groei van 0,9% en voor 2025 en 2026 een groei van 1,5%. De groei komt vooral door de particuliere consumptie en de overheidsbestedingen. In 2024 herstelde de wereldhandel zich nog en dat is goed voor onze uitvoer. Maar de geopolitieke onzekerheid vormt een bedreiging voor onze economie.
Onder geopolitieke risico’s verstaan we de dreiging, spanningen en daadwerkelijk plaatsvindende oorlog en terrorisme, waardoor internationale betrekkingen verslechteren.
Nederland is als handelsland gevoelig voor ontwikkelingen in het buitenland, zoals de conflicten in het Midden-Oosten en Oekraïne en de oplopende spanningen tussen China en Taiwan. Daar bovenop is er de dreiging van een handelsoorlog, waarbij verschillende landen hoge invoertarieven hanteren. De onzekerheid hierover is sinds de verkiezing van Donald Trump in 2024 sterk toegenomen. Onzekerheid over wat er precies zal gebeuren en over de gevolgen.
Dat is op zichzelf al nadelig, want de onvoorspelbaarheid van geopolitieke spanningen kan leiden tot minder vertrouwen in de economie.
Conflicten leiden vaak tot sancties. Sancties zijn maatregelen die landen of organisaties opleggen aan een ander land of organisatie, om duidelijk te maken dat ze het niet eens zijn met wat dat land of die organisatie doet, bijvoorbeeld als een land of organisatie handelt in strijd met internationale afspraken. De sancties moeten het moeilijker maken voor een land om oorlog te voeren. Sancties kunnen financieel zijn, zoals het bevriezen van bankrekeningen of niet mogen investeren in bepaalde landen.
Het aantal sancties dat (westerse) overheden opleggen neemt sterk toe, waarna gesanctioneerde landen vaak met een tegenreactie komen. Dit kan Nederlandse bedrijven en financiële instellingen raken, die directe of indirecte zakelijke relaties hebben met een land dat sancties opgelegd krijgt.
Naast het aantal sancties is ook de cyberdreiging toegenomen. Conflicten worden tegenwoordig voor een steeds groter deel digitaal uitgevochten. Volgens DNB zijn cyberaanvallen één van de meest acute bedreigingen voor financiële stabiliteit.
Handelsbelemmeringen zijn er in vele soorten en maten. Denk aan importtarieven of zelfs het verbod op de handel in speciale producten, zoals technologie of grondstoffen waar een land veel aan verdient. Handelsbelemmeringen, de eerdergenoemde sancties en andere maatregelen worden vaak ingezet om strategische sectoren te beschermen en eigen (strategische) belangen na te streven en het beleid van andere landen te beïnvloeden. Zo proberen overheden hun rol op het wereldtoneel te behouden of te vergroten, toegang te krijgen tot in het buitenland aanwezige kennis en technologie of besluitvorming in andere landen te beïnvloeden. Landen willen risicovolle buitenlandse strategische en economische afhankelijkheden verminderen, met als gevolg dat multilaterale samenwerking afneemt. We noemen dit geo-economische fragmentatie.
Alleen al in 2023 zijn er, zo blijkt uit onderzoek van het IMF, wereldwijd meer dan 2.500 industriepolitieke maatregelen genomen, waarvan 70% handel verstorend werkt. Het gegroeide economisch nationalisme, waarvoor de uitslagen van recente verkiezingen in Europa en eerder ook de Brexit en het ‘America First’- beleid in de VS illustratief zijn, versterkt deze trend.
Donald Trump, vanaf 2025 president van de VS, heeft eerder aangekondigd dat hij een tarief van 10%-20% wil heffen op alle invoer van goederen naar de VS en een tarief van 60% op de invoer van Chinese producten. Daarnaast komt er nog een specifieke heffing van 100% op voertuigen. Trump richt zich op meer producten dan in zijn vorige regeerperiode en wil vooral dat de heffingen impact kunnen hebben op de Europese auto-industrie en bedrijven die luxegoederen maken, om de Amerikaanse industrie te beschermen.
De VS en de EU hebben daarnaast exportbeperkingen ingevoerd op het gebied van chiptechnologie.
Nederland was in 2022 de zesde exporteur en zesde importeur van goederen ter wereld. Ook is Nederland een belangrijke investeerder in het buitenland en ontvanger van buitenlandse investeringen. Nederland is een zeer open economie. De hoge mate van openheid maakt Nederland gevoelig voor verstoringen in wereldwijde toeleveringsketens en handels- en kapitaalsbeperkingen. Bedrijven moeten zich aanpassen, wat leidt tot hogere kosten en stijgende prijzen. Dat heeft gevolgen voor de economische groei. De reële inkomens in Nederland komen onder druk te staan en de werkloosheid loopt op.
In de volgende scenario’s schetsen we mogelijke gevolgen van protectionistische maatregelen.
Het risico bestaat dat andere landen reageren op invoerrestricties in de VS met tegenmaatregelen. Dan reageren de VS weer, waarop andere landen ook weer nieuwe maatregelen treffen. Zo kan een handelsoorlog ontstaan. Een handelsoorlog met hogere invoertarieven zal een rem zetten op de wereldhandelsgroei en dat kan de economische groei van Nederland flink raken volgens berekeningen van DNB.
In dit scenario voeren de VS de aangekondigde importtarieven door én heffen andere landen met een kwartaal vertraging dezelfde tarieven op invoer uit de VS. We veronderstellen dat dergelijke tarievenescalatie leidt tot onrust op financiële markten, financiële onzekerheid en afnemend vertrouwen.
Hoewel in 2023 circa 6% van de Nederlandse goederenuitvoer naar de VS ging, kan de Nederlandse economie aanzienlijke schade oplopen door Amerikaans protectionistisch beleid. Door een lagere uitvoer naar de VS, maar ook door indirecte effecten op de Nederlandse handel met andere landen die last hebben van de handelsoorlog. Het remt de invoer van alle landen af.
Door oplopende onzekerheid nemen de financieringskosten van bedrijven toe. Aandelenkoersen dalen en het producenten- en consumentenvertrouwen neemt af.
De productiekosten stijgen in de VS, doordat de buitenlandse goederen die Amerikaanse bedrijven voor hun productie in de VS nodig hebben duurder worden. Hierdoor worden Amerikaanse producten op de wereldmarkt duurder en neemt de uitvoer van de VS sterk af. De inflatie stijgt, de consumptie stagneert. De bedrijfsinvesteringen dalen ook flink, vanwege de verminderde vraag naar producten en hogere kapitaalkosten. Aandelenkoersen dalen en de rente stijgt. Het volume van de voor Nederland relevante wereldhandel in 2025 en 2026 zal gemiddeld 3% lager liggen. De groei van de Nederlandse economie valt terug.
De bbp-groei komt in 2026 uit op 0,4% en dat is ruim 1 procentpunt lager dan in het basisscenario (Figuur 2). De werkloosheid reageert met enige vertraging en stijgt in 2026 tot 4,5%.
De scenario-uitkomsten zijn omgeven met onzekerheid. Alles hangt met elkaar samen. Wanneer er één parameter wijzigt, kan dat gevolgen hebben voor het hele scenario. Toch kunnen economen en beleidsmakers dit soort scenario’s gebruiken om vooruit te kijken.
Onze economie is sterk verweven met de rest van de wereld. De financiële sector krijgt te maken met grotere risico’s. Beleggings- en kredietportefeuilles van financiële instellingen kunnen geraakt worden. Doordat de bedrijven waarin zij hebben belegd, of waaraan zij krediet hebben verstrekt, te maken krijgen met verstoringen in hun toeleveringsketens, bijvoorbeeld als gevolg van handelsbeperkingen. Financiële instellingen staan, ook via (kritieke) toeleveranciers, bloot aan cyberrisico’s. Geopolitieke spanningen gaan gepaard met lagere aandelenwaarderingen, hogere risicopremies en meer volatiliteit. De kapitaalpositie van banken kan in gevaar komen, maar omdat hun uitgangspositie sinds de financiële crisis is verbeterd, zijn banken beter in staat deze schok op te vangen.
Nederland kan weinig invloed uitoefenen op onzekerheden in buitenlandse ontwikkelingen. Maar niets doen is geen goed idee. Een structureel te hoge inflatie moeten we zien te voorkomen. En daarnaast is het cruciaal om ons best te doen om de concurrentiekracht van Europa en Nederland te versterken en zodoende een toonaangevende speler op buitenlandse markten te blijven.
Het scenario laat zien hoe kwetsbaar Nederland is voor protectionisme. Daarom is het in het belang van Nederland om de internationale handel zo min mogelijk te belemmeren. Terugslaan met eigen (Europese) handelstarieven lijkt misschien logisch, maar een escalerende tarievenoorlog leidt - zeker ook bij ons - tot minder economische groei.
Als de EU met vergeldingsmaatregelen komt tegen de importtarieven van de VS hoeft dit niet meteen uit te monden in een handelsoorlog. In dit scenario denken experts uit de bankensector wél dat de importtarieven leiden tot een blijvende verstoring in de handel. Maar de EU en de VS zullen niet steeds met nieuwe vergeldingen komen. Een eenmalige tegenreactie dus, waar het bij blijft. Bestaande maatregelen worden wel iets uitgebreid met hogere handelsbarrières, maar omdat dit beperkt blijft, is dat niet zo heftig als een handelsoorlog.
Specifieke sectoren zullen geraakt worden door de dreigende importtarieven. Bijvoorbeeld bedrijven die medische apparaten of verf maken. In dit scenario zullen sommige bedrijven hun productielocaties naar de VS verhuizen om onder de dreigende importtarieven uit te komen.
Het CPB heeft met andere rekenmodellen ook onderzocht wat het effect zou zijn van een eventuele vergeldingsreactie. Hieruit blijkt dat een scenario waarin de EU ook alle ingevoerde Amerikaanse goederen belast met een heffing van 10% een zeer gering effect heeft op de Amerikaanse handel. Daarbij rekent het CPB er wel op dat Amerika niet nog een keer met tegenmaatregelen komt. Daarnaast raakt een dergelijke maatregel ook Nederland en Europa met kleine extra dalingen in zowel import als export. Als gevolg hiervan zullen binnen Europa productiepatronen verschuiven en zullen Europese landen meer gaan handelen met andere delen van de wereld, zoals binnen de EU zelf.
Voornamelijk de import en export van de VS zelf worden geraakt door de invoertarieven. Andere landen zullen de handel met de VS voor een deel verleggen naar handel met andere delen van de wereld. Het CPB becijfert dat de VS 20% minder zullen exporteren. De invoertarieven in de VS zullen leiden tot ruim een kwart (27%) minder import, waardoor de productie van de Amerikaanse maakindustrie, zoals voertuigen en elektrische apparaten, zal stijgen. De Nederlandse import en export zal met slechts zo’n 1% dalen. Voor sommige bedrijfstakken is het effect groter omdat ze relatief veel exporteren naar de VS. Zo zal er in Nederland een lagere productie zijn van machines en apparaten (-6%), elektronische en optische producten (-5,7%) en voertuigen (-5,3%). In EU-economie zijn de gevolgen vergelijkbaar; voertuigen (-6,1%), met name door de specifieke heffing van 100% en farmacie (-4,9%) worden relatief zwaarder getroffen.
Maar in dit scenario zullen Nederlandse dienstverleners juist profiteren van de hogere Amerikaanse invoertarieven voor goederen. Telecommunicatie, luchtvaart en verhuur en lease van machines en apparatuur profiteren juist doordat Amerikaanse diensten duurder worden; de Nederlandse productie van deze diensten stijgt met ongeveer 3%. Wel zullen er op korte termijn aanpassingskosten zijn, zoals investeringen in capaciteit of het herverdelen van middelen.
De beleidsonzekerheid in de VS is op dit moment groot. En het is ook de vraag hoe andere landen hierop zullen reageren. De kans op een escalerend handelsconflict, waarbij tegenmaatregelen doorgevoerd blijven worden, is klein maar aanwezig.
Als je naar de scenario’s kijkt, wat is dan wijsheid? Welke reactie van andere landen adviseer jij?
Moeten andere landen meer tegenmaatregelen treffen en keihard terugslaan? “Want wat zij kunnen, kunnen wij ook!” Of is het verstandig om er niet in mee te gaan?
Maak de opdrachten en trek je eigen conclusies.
Bronnen:
- https://www.dnb.nl/nieuws-voor-de-sector/toezicht-2024/dnb-publiceert-studie-over-impact-van-geopolitieke-risico-s-op-financiele-instellingen/
- https://www.dnb.nl/algemeen-nieuws/persbericht-2024/groeiende-geopolitieke-risico-s-hebben-impact-op-de-financiele-sector/
- https://www.dnb.nl/algemeen-nieuws/nieuws-2024/europese-samenwerking-cruciaal-om-geopolitieke-risico-s-het-hoofd-te-bieden/
- https://www.cpb.nl/effect-van-amerikaanse-invoertarieven-op-de-nederlandse-en-europese-economie
- https://www.bnr.nl/nieuws/economie/10562206/geen-handelsoorlog-tussen-eu-en-vs-onder-trump
- https://www.dnb.nl/algemeen-nieuws/persbericht-2024/economische-groei-zet-door-onzekerheid-neemt-toe/
- https://www.dnb.nl/algemeen-nieuws/achtergrond-2024/handelsoorlog-kent-alleen-verliezers/